Dolce far niente

Een Italiaans zinnetje die ik voor het eerst hoorde toen ik ´Eat, pray, love´ keek. Vorige zomer in Italië beleefde ik het zalige nietsdoen.

We hadden een prachtig appartement, middenin Siena. Hoge plafonds, mooie schilderingen, binnenvallend zonlicht en zachte kleuren. Een heerlijke stoel, waarin je jezelf kunt opkrullen, liefst met een goed boek. Op vakantie is het makkelijker om te nietsdoen. Niets doen, zonder je schuldig te voelen, zonder te denken aan die hele to-do-list in je hoofd, zonder dat je iets hoeft.

Thuis probeer ik dat gevoel altijd vast te houden. Niets doen en daar dan ook echt van genieten. Lukt best vaak, maar soms ook niet. Vooral wanneer ik weet dat ik nog dingen moet doen. Maar als we eerlijk zijn: er is altijd iets te doen. Er is altijd nog een onbeantwoorde mail, een onopgeruimd laatje, een stapel was, afwas, een opdracht voor ‘n training, een to-do voor je werk. Zelfs als er niets is, kun je iets gaan verzinnen. De ramen wassen, de koelkast grondig poetsen, je bank verschuiven naar de andere kant van de kamer.

We leven in een maatschappij waarin wordt verwacht dat we altijd productief zijn. Zelfs als we niets doen, moet dat het liefst productief zijn. Leren breien of een boek lezen waar je slimmer van wordt. Niets doen is goed voor je. Je wordt er creatiever van, krijgt nieuwe ideeën en je kunt opladen. Niets doen en je daar schuldig over voelen heeft niet hetzelfde effect, denk ik.

Als uitsteller doe ik wel eens vaker niets en voel me dan schuldig. Of ik ga opeens de koelkast schoonmaken en voel me schuldig dat ik niet iets doe wat ik écht moest doen.

Heel soms loop ik door mijn huisje en weet ik niet wat ik moet doen. Omdat ik dan écht niets meer te doen heb. Dat voelt altijd een beetje gek. Wat eigenlijk gek is. Als je echt niets meer te doen hebt, heb je het goed voor mekaar! Tijd voor een beetje dolce far niente.

Wat doe jij het liefst, als je niets doet?

Een minuut regel

De laatste tijd roep ik regelmatig ‘1 minuutje’ naar Ruth. Omdat roepen naar iemand anders makkelijker is dan het zelf doen. We hebben een beetje de 1 minuut regel van Gretchen Rubin ingevoerd. Een beetje, omdat ik het idee alleen maar geopperd heb. Het is (nog) niet zo dat we ons er ook aan houden.

Gretchen Rubin is de schrijfster van ‘The Happyness Project’, over het jaar waarin zij zich volledig richt op het krijgen van geluk. Als mensen haar vragen naar tips om gelukkiger te worden, begint ze altijd over de one-minute rule. Het is makkelijk toe te passen en heeft groot resultaat.

De 1 minuut regel houdt in dat je iets dat in minder dan 60 seconden uit te voeren is, meteen doet. Al die kleine taakjes die je doet, hopen niet op tot een grote onoverzichtelijke rommelboel. Je bord opruimen nadat je hebt geluncht. Je jas ophangen zodra je thuiskomt. Je telefoonoplader niet in het stopcontact laten hangen. Een berichtje beantwoorden, een mailtje typen.

Volgens Gretchen word je er gelukkiger van. Je stelt niet uit en het worden geen zeurende taken, die uiteindelijk veel meer tijd kosten en waar je meer en meer tegenop ziet.

Toch maar mee aan de slag, omdat ik denk die al die minuutjes een hoop verschil gaan maken. Ga ik de komende tijd ‘1 minuutje’ naar mezelf roepen.

Wanneer zou jij de een minuut regel kunnen toepassen?

Bijzondere wandeltocht

Wat is jouw favoriete jeugdboek? Hasse Simonsdochter van Thea Beckman staat voor mij absoluut op nummer 1. Wat kon ik me verliezen in dat verhaal. Over stoere Hasse die zich er niet bij hoorde voelen en daardoor haar eigen plan trok. Die graag in de bossen was, jagen, zwemmen, weg van de mensen. Totdat het lot anders beslist en ze een leven krijgt waar ze kan zijn wie ze wilt. Ik zie haar nog zo voor me, zwart krullend haar, gehurkt in de rietlanden van Kampen.

Ik heb het boek vaak opnieuw gelezen. Om af en toe af te wisselen ging ik op zoek naar andere boeken van de schrijfster. Kruistocht in spijkerbroek vond ik ook geweldig, evenals andere boeken die ze heeft geschreven. Toen ik via hetkanwel.nl las over Mario, die deze zomer de route uit het boek gaat lopen, was ik benieuwd hoe hij dat gaat aanpakken.

Kruistocht in spijkerbroek vertelt het verhaal van Dolf Wega, een vijftienjarige jongen die door een tijdmachine per ongeluk in het jaar 1212 belandt. Hij sluit zich aan bij de kinderkruistocht en legt een bijzondere route af. Tijdens deze reis zijn er allerlei misstanden en problemen, die Dolf helpt op te lossen. Hij is slim, vindingrijk, vriendelijk en geeft om al die duizenden goedgelovige kinderen die misleid worden. Hij maakt vrienden, heeft plezier, maakt verlies mee en hoopt ooit nog thuis te komen.

Het boek is een klassieker, al bijna 50 jaar oud. En nu is er iemand die de route van deze kinderkruistocht gaat wandelen. Hij reist met de trein naar Zuid-Duitsland en begint in Spiers. Dezelfde plek waar Dolf zich bij de kinderkruistocht voegt. Van daaruit gaat hij door het Zwarte Woud, langs het Bodenmeer via de Oostenrijkse Alpen naar Genua. Hier is de ontknoping van het verhaal en ook het einde van Mario’s avontuur. Het zal een tocht van ruim 1000 kilometer in zes weken zijn.

Zijn tocht is te volgen via Instagram. Hij hoopt dat veel mensen het boek gaan lezen en virtueel meereizen terwijl hij onderweg is. Crowdreading. Op zijn blog Vakantaseren kun je meelezen over zijn avonturen. Om dit avontuur te laten slagen, heeft hij wat hulp nodig. In ruil voor je support heeft hij een aantal leuke tegenprestaties, zoals ansichtkaarten vanaf ’n iconische plek op zijn reis, het boek met een speciaal ontworpen omslag en korting op een duurzame spijkerbroek.

Ik ga hem volgen en ook een beetje steunen. Omdat ik het tof vind dat iemand van zoiets droomt en het dan werkelijkheid laat worden.

Six word story

Ik legde andermans kind in bed.

Een volledig verhaal in zes woorden. Wat ik mooi vind aan deze korte verhalen is dat je zelf invult. Je verbeelding doet wonderlijke dingen, vult aan en maakt er een heel verhaal van.

Het concept Six Word Story is gebaseerd op het kortste verhaal ooit van Ernest Hemingway. Hij schreef de hartverscheurend tekst: ‘For Sale: Baby shoes. Never worn.‘ Sindsdien is het een literair genre.

Die babyschoentjes kunnen ook gewoon een cadeautje zijn geweest. Zo’n cadeautje wat je eigenlijk niet mooi vindt en dus verkoopt, ongedragen. Er kunnen allerlei redenen zijn waarom de schoentjes nooit gedragen zijn. Je weet het niet, omdat er zo weinig informatie is. Juist dat vind ik bijzonder aan deze korte verhalen.

Mijn six word story is waargebeurd. Welk verhaal maak jij ervan?

Ik doe het morgen wel

Het is dinsdagavond, 21.30 uur. Ik had natuurlijk veel eerder kunnen beginnen. Net zoals de afgelopen paar keer typ ik op het allerlaatste moment mijn blog. Werkt eigenlijk prima. Ik presteer goed onder de druk van een deadline, ook als ik deze mijzelf op leg. Maar toch had ik nu liever op de bank gezeten, voetjes hoog en Netflix aan.

Ik ben goed in uitstellen. Alles kan altijd later, morgen, einde van de week of ooit. Als ik dan tegen zo’n deadline aanloop, ben ik ineens heel productief. Maar ook een beetje gestrest. Het is geen gebrek aan tijd. Juist het tegenovergestelde. Als ik het gevoel heb dat ik veel vrije tijd heb, ga ik uitstellen. Omdat het vandaag niet af moet, kan het ook morgen. Heb ik juist een drukke, volgeplande week, dan ga ik mijn tijd beter plannen. Waardoor ik die taakjes die ik moet doen niet doorschuif, maar gewoon even afmaak.

Uitstelgedrag komt bij heel veel mensen voor. In de meeste gevallen is daar heel goed mee te leven en heeft niemand daar last van, behalve waarschijnlijk jijzelf. Op internet zijn honderden tips te lezen over hoe je kunt omgaan met je uitstelgedrag. Vaak heel praktische oplossingen, die alleen werken als je ze ook uitvoert. Je grote taak opdelen in kleine, overzichtelijke taken. Beginnen met hetgeen waar je het meest tegenop ziet. Werken met een bepaalde tijd waarop je je concentreert, bijvoorbeeld 20 minuten, daarna even pauze.

Veel van die tips gaan ervan uit dat je al bezig bent. Mijn tactiek is soms ook de struisvogel. Kop in ‘t zand en doen alsof ‘t er niet is. Daar zijn niet zoveel tips voor te vinden. Een hele tijd terug heb ik een boek gelezen over uitstelgedrag. Heel interessant en herkenbaar. De schrijver ging dieper dan alleen maar tips over hoe je je werk moet aanpakken. Dat kan ik namelijk wel. Hij legde haarfijn uit waarom we uitstellen, aan de hand van een olifant en een hamster. Ik heb erg moeten lachen en herkende mezelf hierin.

Dat boek lezen heeft dus niet gewerkt. Anders zat ik hier nu niet, laat in de avond achter de laptop. Behalve beseffen waar je uitstelgedrag vandaan komt, is daarna de belangrijke stap om goede gewoontes te creëren. Hij heeft daar een mooie methode voor, waarmee ik aan de slag ben gegaan. Maar eigenwijs als ik ben, doe ik de dingen meestal op mijn eigen manier. Ik combineer wat ik lees en leer en geef er mijn eigen draai aan. Wat niet altijd werkt, om heel eerlijk te zijn.

Het voelt als een goed moment om zijn boek nog eens te lezen en de methode weer op te pakken. Misschien dat ik deze morgen reserveer bij de bieb, of misschien wel volgende week!

Wat stel jij wel eens uit tot morgen?

Het boek waar ik over schrijf heet ‘Een einde aan uitstelgedrag’ van Petr Ludwig.

Foto van Cathryn Lavery via Unsplash   
Haal gewoon adem, verdorie!

Zo begint het vierde hoofdstuk uit het boek van Wim Hof. Als iemand die altijd moeite heeft met ademhalen, sprak me dit wel aan.

Tuurlijk, ik adem natuurlijk gewoon de hele dag door. Gaat me best makkelijk af. Maar bewust ademhalen vind ik erg lastig. Ik heb moeite met ademhalen als ik zing. Ik zing lekker vals, dus dit doe ik voornamelijk in de auto of als ik alleen thuis ben. Want ondanks dat het niet klinkt, vind ik het wel heel leuk om met mijn favoriete liedjes mee te zingen. Maar ergens halverwege het 2e couplet raak ik buiten adem.

Wanneer ik hardloop heb ik soms ook moeite om mijn ademhaling onder controle te krijgen. Mijn trainer heeft me een keer oefeningen gegeven om dit te verbeteren. Mijn adem blijft dan heel hoog zitten, in mijn borst. Terwijl je liever diep ademhaalt, tot in je buik.

Ook mediteren vind ik lastig. Tijdens de Miracle Morning (waar ik hier al eerder over schreef) deed ik altijd een meditatie. Meestal een geleide, omdat ik dat makkelijker vind. Wanneer dan iemand zegt dat ik moet in- en uitademen krijg ik altijd stress. Niet de bedoeling van mediteren. Ik krijg het ritme niet gevolgd, denk dat ik het niet goed doe, raak afgeleid en voel dat mijn adem heel hoog blijft zitten.

Nu lees ik het boek van Wim Hof en hij vertelt over een ademhalingsoefening die vrij eenvoudig uit te voeren is. ‘Denk er niet te veel over na, adem gewoon in.’ Ik heb het geprobeerd en heb nog nooit zo eenvoudig bewust adem gehaald. Verder in het boek zegt hij iets waar ik om moest lachen toen ik het las:

‘Mensen komen met dit soort vragen naar me toe: ‘Moet ik door mijn neus ademen?’ of ‘Hoe zit het nu precies met het middenrif?’ en dan zeg ik gewoon: ‘Je moet verdomme gewoon ademhalen! Je moet niet denken, maar het gewoon doen! Diep je longen in!”

Daar lag ik dan, comfortabel op bed. Benieuwd om zijn oefening uit te voeren. Ik ademde gewoon. In door mijn neus, uit door mijn neus. Ondertussen tellen tot 30. Me niet druk maken om mijn ademhaling. Niet nadenken of ik een goed ritme had, of mijn ademhaling wel diep genoeg was. Gewoon ademhalen.

Inmiddels heb ik nu al een aantal dagen deze ademhalingsoefening uitgevoerd. Voelt heel fijn. Volgens Wim ga ik de positieve effecten ervan zeker merken. Ik merk nu al wat. Ik heb mijzelf in ieder geval al verbaasd. Ademen is niet zo moeilijk, je moet het verdomme gewoon doen!

Foto van Max van den Oetelaar via Unsplash   
Een lang leven

We stopten omdat ze voorrang had. Een vrouw met haar kleine hondje. Ze gebaarde dat het niet zo snel ging en wees omlaag. Als eerste zagen we de dikke buik, daaronder vier pootjes en het kwispelstaartje. We gebaren terug; ‘dikke buik’, met een brede glimlach omdat we dachten dat er puppy’s onderweg waren. Zodra ze voor de auto langs zijn, rijden we een stukje door. Ruth stopt en rolt het raam omlaag. Het hondje blijkt al oud te zijn. De dikke buik komt door een tumor en vocht. Het is fijn om even met de vrouw te praten. We wensen haar sterkte en vervolgen onze weg. Het hondje kwispelt vrolijk en tippelt rustig verder.

Wanneer je regelmatig een praatje maakt met vreemden, leef je langer. Ik bekeek de TedTalk van Susan Pinker, een psycholoog die benieuwd was waarom vrouwen langer leven dan mannen. Tijdens haar praatje vertelt ze over Sardinië, waar mannen en vrouwen ouder dan 100 worden. In het dorp waar zij wonen, staan de huizen dicht op elkaar. Verbonden door smalle steegjes en het dorpsplein. Je komt altijd iemand tegen.

In een onderzoek dat uitgevoerd is, laat ze zien wat het belangrijkste is waardoor mensen oud worden. Ze heeft een top 10, die mij verbaast. Gezond eten en bewegen telt mee, maar staat vrij laag in de top tien. Op nummer 2 staat ‘close relationships’. Dit zijn de mensen waar je altijd op kunt terugvallen.

Op nummer 1 staat ‘social integration’. Hiermee wordt bedoeld het aantal mensen waarmee je interacteert als je door je dag gaat. Niet alleen de mensen waarmee je een sterke band hebt, maar ook de buurman, de vrouw die de hond uit laat, het kind dat op straat speelt, de persoon achter je in de rij voor de kassa, willekeurige vreemden.

Het heeft te maken wat in je hersenen gebeurt, wanneer je met iemand contact maakt. Ik herken wel wat ze zegt. Het is vaak leuk om een praatje te maken met willekeurige vreemden. Een blijmakertje, wat zorgt voor goede stoffen in je hersenen.

Uit mezelf maak ik minder snel een praatje met vreemden. Ruth doet dit juist wel. Verschil in persoonlijkheid. Zij komt altijd met mensen in aanraking en heeft ook altijd iets om over te vertellen. Ik ben meer van de praktische communicatie, koetjes en kalfjes hoeft niet zo. Maar daarmee ga ik dus niet zo oud worden. Misschien toch eens vaker een praatje aanknopen over het weer, wanneer ik iemand tegenkom. Dan word ik misschien wel 100!

Knoop jij vaak een praatje aan, als je iemand tegenkomt?

Foto van Ekaterina Shakharova via Unsplash   

Niets missen?

Jezelf overstijgen

Ik hap naar adem. Mijn huid tintelt. Ik kijk naar de secondes die voor mijn gevoel veel te langzaam wegtikken. Waarom deed ik dit ook alweer?

Een doordeweekse dag in februari. De temperatuur komt al een paar dagen niet boven het nulpunt. We maken een wandeling op de Brunssummerheide, waar een flink pak ijs op de Rode Beek ligt. We gooien een stok en Indy gaat met haar pootjes in het water. Verderop spelen kinderen, glijden over het ijs, gillen van plezier. Twee jonge mannen maken een wak. Even later zitten ze er in. Tot hun nek in het ijskoude water. Ik kan niet blijven stoppen met kijken. Dat wil ik ook!

Ik hou er van als mensen stoere dingen doen. Bergen beklimmen, ultramarathons lopen, lange afstanden wandelen. Ik lees erover en raak onder de indruk. Nu lees ik over ‘The Iceman’, Wim Hof. Hoe hij tegen de kou kan en al het goede wat hieruit voortkomt. Ik ben bij bladzijde 58 en begonnen met zijn WHM-protocol: blootstelling aan kou voor beginners. Deze week, aan het einde van iedere douchebeurt, douche ik 30 seconden met koud water.

Het herinnert mij aan een oud-collega. Zij douchte zich iedere ochtend met koud water. De vrouw had een tomeloze energie! Of het niet koud was, vroeg ik haar eens. Ik kon me niet voorstellen dat iemand voor z’n plezier een koude douche neemt.

Zo kon ik ook niet begrijpen dat een jongen uit mijn klas het nooit koud had. Hij droeg altijd een t-shirt en ging het liefst zonder jas naar buiten. Zelfs in de winter als het écht heel koud was. Nu ben ik nooit zo’n juf geweest die zich druk maakte of de kids hun jas aandeden of niet. In groep 8 vond ik ze groot genoeg om dat zelf te beslissen. Aan hem heb ik toch regelmatig gevraagd of hij niet zijn jas aan moest doen. Ik ben benieuwd of hij nog steeds zonder jas loopt, of hij ook koude douches neemt of misschien zelfs aan winterdippen doet. Het zou me niets verbazen.

Ondertussen begrijp ik ze beter. Ik begin met koud douchen, benieuwd wat me dat brengt.

Douche jij wel eens koud?

Foto van Chandler Cruttenden via Unsplash   
Jezelf verliezen

Er is niets zo fijn als jezelf verliezen in een goed boek. De wereld om je heen bestaat niet meer. Opgekruld in een lekker hoekje op de bank lees je bladzijde na bladzijde. Zodra je de laatste zin hebt gelezen stap je uit de wereld die je in je hoofd hebt gecreëerd. Bij een goed boek doet dat altijd een beetje pijn. Als een afscheid.

Als kind las ik graag, ik verslond boek na boek en was vaak op een rustig plekje te vinden. De bibliotheek was een wonderbaarlijke plek waar ik altijd weer nieuwe boeken ontdekte, of juist weer boeken meenam die ik eerder had gelezen. Iedere keer ging ik met een flinke stapel naar huis, waar ik me weer kon verliezen in alle mooie, ontroerende en spannende verhalen.

Sinds een aantal jaar ben ik weer lid van de bieb. In de tussentijd zijn ze verhuisd naar een andere locatie, zijn er veel meer mogelijkheden om boeken te lezen, digitaal of luisterend, maar de bibliothecaresse is nog altijd dezelfde als waar ik vroeger mijn boeken van leende. En dat voelde fijn, een beetje als weer thuiskomen.

Vaak ga ik met een lijstje titels naar de bieb, weet al precies wat ik wil hebben of heb boeken gereserveerd die voor me klaarliggen. Soms is het een flitsbezoek, even iets ophalen en weer door. Het liefst neem ik mijn tijd, dwaal langs de rekken, laat mijn ogen over de titels gaan en pak de boeken die me aanspreken van de plank. Ik lees de achterkant, blader wat door het boek en lees altijd een stukje van de eerste bladzijde. Het leukst vind ik als ik een stapel boeken heb verzameld, liefst zo verschillend mogelijk. De boekenliefhebber in mij neemt die hele stapel het liefst mee naar huis, maar als realist neem ik deze stapel nog eens door en kies de favorieten er uit. Van de rest maak ik een foto, voor een volgende keer.

Waar ik voorheen vaak boeken kocht, ben ik nu gelukkig met mijn herontdekking van de bibliotheek. Bleef ik eerder vooral bij een genre waarvan ik wist dat ik het leuk zou vinden, nu kies ik van alles wat. Vind ik het boek niet zo leuk, dan gaat het gewoon weer terug. Maar door af en toe eens iets anders te pakken, ben ik juist de mooiste verhalen tegen gekomen. Zelfs die mooiste verhalen hoef ik niet te bezitten, ik heb ze gelezen en dat maakt ze toch een beetje van mij. Ze hebben me een andere wereld laten zien, iets geleerd, iets doen beseffen of me plezier gegeven. Voor mij is dat genoeg. Met alle plezier lever ik dat boek weer in, zodat een ander daar net zo van kan genieten.

Zodra de bieb weer open is, ben ik daar weer te vinden. Struinend langs al die verhalen, op zoek naar de mooiste. Voor nu ben ik blij met de afhaalservice, zodat er toch nog iets te lezen is.

Leen jij boeken of koop je ze? Praat mee in de comments en laat vooral even weten welk boek een aanrader is, ik vind het altijd leuk om mijn leeslijstje weer aan te vullen!

Foto van onze vakantie in Italië, waar we een heerlijk appartement in Siena hadden. Ik lees het boek 'Wij zijn niet als hagedissen' van Erika Bianchi. Het beste verhaal dat ik afgelopen jaar heb gelezen, op een bijzondere manier verteld.