Een kastje per dag
De eerste keer dat ik besefte dat ik niet veel nodig had, was toen ik zo’n 4 maanden leefde vanuit mijn rugzak. Ik reisde door Mexico en Guatemala, had genoeg aan een aantal kledingstukken, mijn laptop, camera, opladers en toiletspullen. Gedurende mijn reis liet ik soms iets achter en vond soms ook weer iets nieuws (of tweedehands), maar alles paste altijd in mijn rugzak.
Ik ontdekte minimalisme en vond het fascinerend. Ik bekeek documentaires, las boeken en leerde Marie Kondo kennen. Er is veel over te vinden. Er zijn verschillende invalshoeken, vele manieren en allerlei regels. Je hebt vast al gehoord van een kastje per dag opruimen, ‘does it spark joy?’ of een capsulegarderobe maken.
Ik dacht dat je als minimalist zo weinig mogelijk spullen moest hebben, niets meer moest willen en het liefst nog een eigen moestuintje om zelfvoorzienend te zijn. Ik zag mezelf al als geitenwollensokkenfiguur, lekker met m’n handen in de aarde, oversized shirt met gaten, make-uploos en helemaal gelukkig met niets. Minimalisme gaat over wat je écht belangrijk vindt, of misschien juist om wat je echt niet belangrijk vindt. Het doel is nooit ‘zo weinig mogelijk spullen’, maar door te beginnen met het wegdoen van spullen, kom je steeds een stapje dichterbij het wegdoen van alles wat overbodig is.
Voor mij betekent minimalisme bewust leven. Het begon met kijken naar al mijn spullen, ik heb ook gemariekondoot, maar ga inmiddels verder dan dat. Het gaat om waar ik mijn tijd aan wil besteden, wat ik belangrijk vind en waar ik gelukkig van word.
Dus ruim een kastje per dag op, gooi al je kleding op een grote stapel, doe iedere dag iets weg, het maakt niet uit wat je doet, minimalismeregels zijn er om je te laten starten. Gooi daarna die regels overboord en doe lekker je eigen ding.
Wat zou jij willen minimaliseren?
Foto van Sarah Dorweiler via Unsplash