Ik doe het morgen wel
Het is dinsdagavond, 21.30 uur. Ik had natuurlijk veel eerder kunnen beginnen. Net zoals de afgelopen paar keer typ ik op het allerlaatste moment mijn blog. Werkt eigenlijk prima. Ik presteer goed onder de druk van een deadline, ook als ik deze mijzelf op leg. Maar toch had ik nu liever op de bank gezeten, voetjes hoog en Netflix aan.
Ik ben goed in uitstellen. Alles kan altijd later, morgen, einde van de week of ooit. Als ik dan tegen zo’n deadline aanloop, ben ik ineens heel productief. Maar ook een beetje gestrest. Het is geen gebrek aan tijd. Juist het tegenovergestelde. Als ik het gevoel heb dat ik veel vrije tijd heb, ga ik uitstellen. Omdat het vandaag niet af moet, kan het ook morgen. Heb ik juist een drukke, volgeplande week, dan ga ik mijn tijd beter plannen. Waardoor ik die taakjes die ik moet doen niet doorschuif, maar gewoon even afmaak.
Uitstelgedrag komt bij heel veel mensen voor. In de meeste gevallen is daar heel goed mee te leven en heeft niemand daar last van, behalve waarschijnlijk jijzelf. Op internet zijn honderden tips te lezen over hoe je kunt omgaan met je uitstelgedrag. Vaak heel praktische oplossingen, die alleen werken als je ze ook uitvoert. Je grote taak opdelen in kleine, overzichtelijke taken. Beginnen met hetgeen waar je het meest tegenop ziet. Werken met een bepaalde tijd waarop je je concentreert, bijvoorbeeld 20 minuten, daarna even pauze.
Veel van die tips gaan ervan uit dat je al bezig bent. Mijn tactiek is soms ook de struisvogel. Kop in ‘t zand en doen alsof ‘t er niet is. Daar zijn niet zoveel tips voor te vinden. Een hele tijd terug heb ik een boek gelezen over uitstelgedrag. Heel interessant en herkenbaar. De schrijver ging dieper dan alleen maar tips over hoe je je werk moet aanpakken. Dat kan ik namelijk wel. Hij legde haarfijn uit waarom we uitstellen, aan de hand van een olifant en een hamster. Ik heb erg moeten lachen en herkende mezelf hierin.
Dat boek lezen heeft dus niet gewerkt. Anders zat ik hier nu niet, laat in de avond achter de laptop. Behalve beseffen waar je uitstelgedrag vandaan komt, is daarna de belangrijke stap om goede gewoontes te creëren. Hij heeft daar een mooie methode voor, waarmee ik aan de slag ben gegaan. Maar eigenwijs als ik ben, doe ik de dingen meestal op mijn eigen manier. Ik combineer wat ik lees en leer en geef er mijn eigen draai aan. Wat niet altijd werkt, om heel eerlijk te zijn.
Het voelt als een goed moment om zijn boek nog eens te lezen en de methode weer op te pakken. Misschien dat ik deze morgen reserveer bij de bieb, of misschien wel volgende week!
Wat stel jij wel eens uit tot morgen?
Het boek waar ik over schrijf heet ‘Een einde aan uitstelgedrag’ van Petr Ludwig.
Foto van Cathryn Lavery via Unsplash